Studio Milou Voorwinden
Milou Voorwinden
Milou Voorwinden vernieuwt de bestaande mode- en textielindustrie door innovatieve 3D-weeftechnieken te ontwikkelen. Ze maakt een ‘uitvouwbare’ stof, die direct als bijvoorbeeld een hele broek of tas van het weefgetouw komt. Zo bouwt ze aan on demand kledingproductie zonder afval.
De kledingindustrie is een van de grootste vervuilers ter wereld. Bij de productie van een kledingstuk wordt een enorme hoeveelheid afval geproduceerd. Alleen al het verwerken van een lap textiel tot een mode item levert 15 tot 20% materiaalafval op. Vervolgens eindigt 30% van de geproduceerde kleding direct als afval, omdat kledinglabels standaard te veel produceren. Consumenten gooien een groot deel van de verkochte kleding ook nog binnen een jaar weg, omdat de volgende trend lokt of kleding niet goed past.
Dit moet anders, vindt Milou. We spraken met haar over haar liefde voor ambacht en maakprocessen. En over haar rol als materiaalexpert en vernieuwer.
Fotografie: Anouk Moerman
Hoi Milou, wat drijft jou, wat is je passie en waar komt die vandaan?
De liefde voor textiel zit bij ons echt in de familie, mijn oma breide heel veel en mijn moeder is ook altijd bezig met haken of breien. Van hen heb ik geleerd dat je met een paar simpele elementen, een bolletje wol en wat breinaalden, heel veel mooie dingen kan maken. Als kind was ik altijd bezig met sieraden maken. Wat ik daar leuk aan vind is dat je ook maar een paar dingen nodig hebt, een draadje en wat kraaltjes, en eindeloos kan variëren met kleuren en patronen.
Ik wilde graag sieradenontwerper worden, maar dat bleek vanwege een allergie niet te kunnen en zo ben ik overgestapt op een studie productontwerp. Daar ben ik me op textiel gaan richten. Toen ik voor een opdracht bezig was om textiel te ontrafelen, besefte ik pas hoe stoffen echt in elkaar zitten. Dat je de eigenschappen van textiel kan bepalen door te spelen met de draden. Dit bracht me op de vraag: zou je ook een heel product in één keer kunnen weven? Deze interesse in het maken en anders gebruiken van geweven materialen heeft me vervolgens dieper in de textielindustrie getrokken.
Kun je ons meenemen in die textielindustrie, wat kan hier volgens jou beter?
Graag. En dan specifiek de kledingindustrie. Want hoewel iedereen kleding, en dus textiel draagt, weten maar weinig mensen dat bij het aan elkaar naaien van verschillende lappen stof tot een kledingstuk enorm veel afval wordt geproduceerd.
Ik zal dat even uitleggen. Op dit moment is de textielproductie voor kleding gericht op het weven van platte stoffen, die worden verknipt en aan elkaar worden genaaid tot kledingstukken. De productie van die stoffen is volledig gericht op massaproductie en kostenbesparing. Ik zag het vorig jaar met eigen ogen toen ik in een weverij in Pakistan was. Daar staan dan tientallen grote, moderne weefgetouwen die zo snel mogelijk rollen stof produceren.
In een volgend stadium worden van de geweven stoffen verschillende patroondelen geknipt op basis van standaard kledingmaten. Die worden dan aan elkaar genaaid tot kledingstukken. En daar komt heel veel afval bij kijken. Per kledingstuk levert deze werkwijze 15 tot 20% snijafval op. Dat zijn vaak best grote stukken stof, die direct naar de vuilnisbelt gaan. Van de kleding die wordt geproduceerd, belandt vervolgens ook weer 30% op die afvalberg omdat kledinglabels nou eenmaal veel meer laten produceren dan dat ze uiteindelijk verkopen. De kleding die wél wordt verkocht, wordt voor een groot deel binnen een jaar door de consument weggegooid, omdat er een nieuwe trend is en veel kleding bovendien niet goed past.
Stoffen die direct als broek of tas van het weefgetouw komen.
Wat is jouw oplossing voor het verminderen van afval bij textielproductie?
Het meeste textiel dat wordt geproduceerd bestaat dus uit één laag stof. Ik ontwikkel een methode om dit anders te doen, en om in meerdere lagen tegelijkertijd te kunnen weven. Dat heet 3D weven, en daarmee kun je uitvouwbare stoffen maken, die bijvoorbeeld direct als broek, jas of tas van het weefgetouw komen. Deze techniek maakt het mogelijk om on-demand te produceren. Dat is afval besparend en een duurzamer alternatief voor het snijden en aan elkaar naaien van stoffen tot een kledingstuk.
Het ontwikkelen van deze 3D-weeftechniek vraagt om innovatie van het weefambacht, en het aanpassen van bestaande machines. Sinds 2017 ben ik hier intensief mee bezig, samen met experts op dit gebied, zoals weverij EE Labels en Enschede Textielstad. Vorig jaar ben ik begonnen met een PhD aan de faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft, om 3D weven verder te onderzoeken. Samen met mijn supervisor Holly McQuillan - expert op het gebied van zero-waste ontwerpen – hebben we een methode ontwikkeld waarmee je kledingstukken in 3D kan weven.
Je hebt het over een 3D-geweven broek, jas of tas. Kun je eens uitleggen hoe dat werkt?
Ja, dat werkt als volgt: om een 3D geweven broek op maat te weven, voeren we de maten in bij een ontwerpprogramma. Dit programma maakt vervolgens een avatar – een digitale miniatuur versie van een persoon. Die avatar gebruiken we om te kijken of het ontwerp goed zal passen. Het ontwerp, wat in het programma een 3D vorm heeft, moet vervolgens plat gemaakt worden zodat het geweven kan worden. Dit noemen we flattening. De uitkomst van dit proces is een tekening met allemaal kleuren: de kleuren geven aan hoe de verschillende lagen stof aan elkaar verbonden zijn. Vervolgens vertalen we deze tekening naar een bestand dat de weefmachine kan lezen.
Wanneer de broek klaar is hoef je alleen een paar draden door te knippen en dan ontvouwt zich een complete broek. Je moet er wel nog een knoop aannaaien of een rits inzetten, maar bijvoorbeeld de broekzakken zijn al ingeweven.
Zijn zulke kledingstukken al verkrijgbaar in de markt?
We zijn nu zo ver dat we goede prototypes kunnen weven en we hebben samen met studenten van de TU Delft ook al meerdere soorten kledingstukken kunnen ontwikkelen. Maar mijn rol in dit proces is niet zozeer het op de markt brengen van 3D geweven kledingstukken. Ik richt me op het ontwikkelen van de techniek, zodat deze klaar is voor de industrie. Met mijn prototypes wil ik niet alleen demonstreren wat er kan, maar er ook al makende achter komen wat er nodig is om deze technieken in te zetten in de industrie.
Ik kies er bewust voor om me te richten op het innoveren van de huidige industrie en het ontwikkelen van deze nieuwe techniek voor bestaande weefmachines. Dat heeft als grote voordeel dat we productiepartijen makkelijker meekrijgen. Want hoewel het aanpassen van bestaande machines wel om een investering vraagt, is dat nog altijd goedkoper dan investeren in speciale 3D weefmachines. Dat is wel een complex proces, omdat we de machines, software en technieken op een manier gebruiken waar ze eigenlijk niet voor gemaakt zijn. Het huidige systeem is gericht op het maken van plat textiel, niet 3D.
En, krijg je de industrie al mee om met hun machines 3D en afvalvrij te gaan weven?
De techniek is inmiddels zo ver om kledingstukken te kunnen produceren, nu de industrie nog. Maar het overtuigen van de textielindustrie om over te stappen op een nieuwe productiemethode brengt veel uitdagingen met zich mee. Over het algemeen is het idee is dat mijn methode te moeilijk of te duur is. Daarom is het belangrijk dat ik de weeftechniek zelf heel goed beheers en hun machines door en door ken. Door zelf de industrie in te duiken en de techniek grondig te leren kennen, ben ik niet afhankelijk van technici die mij vertellen dat iets niet kan. Zo kan ik aantonen dat mijn ideeën wel degelijk realiseerbaar zijn, ondanks de complexiteit ervan.
Ik merk ook dat ik juist door mijn kennis van de machines goed met de industrie kan praten. Hun houding verandert zodra ze merken dat ik zelf de techniek beheers. Want er is echt wel nieuwsgierigheid binnen de industrie, men beseft ook wel dat we niet kunnen blijven produceren op de huidige manier.
De industrie is nieuwsgierig, wat kun jij ze bieden?
Veel mensen die in deze sector werken, hebben passie en interesse voor wat ze doen. We delen een grote liefde voor materiaal en het maakproces van textiel en weven met elkaar. Met mijn werk wil ik deze ambachten innoveren en historische kennis tot leven brengen in nieuwe technieken. Ik zie het als mijn kracht dat ik deze werelden kan samenbrengen. Door dezelfde taal te spreken kan ik de bestaande industrie nieuwsgierig maken naar nieuwe mogelijkheden en ze betrekken bij de oplossingen. Zo kan ik denk ik veel bereiken.
Er is echt nieuwsgierigheid binnen de industrie.
Je droomt van grote verbeteringen, maar 100% duurzaam ontwerpen is moeilijk. Tegen welke dilemma’s loop jij aan?
Vroeger dacht ik dat elke beslissing perfect moest zijn om een succesvol ontwerp te ontwikkelen. Inmiddels heb ik geleerd dat je ook met een ontwerp dat niet perfect is, wel kunt inspireren en veranderen. Dat het veel meer gaat om goede afwegingen maken.
Zo is de broek die Holly en ik nu hebben ontwikkeld, gemaakt van een mix van polyester en katoen. Liever zou ik geen polyester gebruiken, maar de machine waar ik de huidige versie van de broek op heb geweven staat in de weverij van EE-labels, en daarin zijn polyester draden opgespannen.
Voor een prototypefase zou het te tijdrovend en duur zijn om deze te vervangen voor een ander materiaal.
Omdat ik er voor kies om bestaande machines en software te gebruiken, moet ik compromissen maken. Maar ik weet; de techniek werkt. Dus hoewel het prototype nu niet de perfecte samenstelling heeft, weet ik dat het mogelijk is om in de toekomst met andere materialen te werken.
Ik denk zo continu na over hoe ik het beste de taal van de industrie kan spreken én tegelijkertijd kan vernieuwen. Ik probeer steeds te laten zien wat ik op dit moment kan met de middelen die we samen hebben. Voor mij is het belangrijker om de industrie te laten zien dat er alternatieve productiemethoden mogelijk zijn, dan dat elk prototype perfect is.
Welk toekomstbeeld heb jij met de 3D-weeftechniek die je ontwikkelt?
Met mijn werk probeer ik de basis te leggen om textielproductie op een andere manier te benaderen. Ik hoop dat we in de toekomst veel meer nadenken over textiel vanuit de mogelijkheden die er zijn, en niet vanuit de manier waarop we het al jarenlang doen.
Door niet een lap stof, maar direct een vorm te weven, kunnen we het productieproces beter stroomlijnen en materiaalverspilling minimaliseren. Door mijn techniek kan het meest arbeidsintensieve deel van het productieproces van kledingstukken of andere textielproducten geautomatiseerd worden. Dat betekent dat er minder arbeidskrachten nodig zijn en dat de kosten uiteindelijk omlaag gebracht kunnen worden. Dit maakt het mogelijk om productie dichter bij huis te doen, in Nederland of in Europa.
Hiermee kunnen we de milieu-impact van onze kledingproductie enorm reduceren. Want de methode zelf produceert weinig afval en door lokaal te produceren verminder je ook nog de CO2-uitstoot van het transport. Door daarnaast op maat te werken kunnen we veel beter inspelen op de wens en het lichaam van de drager, dus kleding maken die beter past en daardoor langer meegaat. Dat kan overproductie en verspilling drastisch verminderen.
Tot slot, wat is de belangrijkste boodschap die je onze lezers wilt meegeven?
Allereerst hoop ik dat mensen door mijn werk meer waardering krijgen voor textiel. Dat ik door de complexe en prachtige techniek van het 3D weven te laten zien, mensen de ogen kan openen over hoe textiel eigenlijk wordt gemaakt. Daarmee wil ik de industrie én de nieuwe generatie jonge makers inspireren om actief bij te dragen aan het verbeteren van de kleding- en textielindustrie.
Als laatste wil ik ook consumenten inspireren om andere keuzes te maken, en kleding niet meer te zien als een wegwerpproduct. Door ook hen te laten zien dat hun kleding door een complex en intensief proces tot stand komt, wil ik meegeven dat je met de keuzes die je maakt een substantiële invloed kan hebben.
Meer interviews
Secrid Talent Podium - Suntex
Pauline van Dongen maakt een lichtgewicht en energieopwekkend textiel met zonnecellen voor bijvoorbeeld geveldoeken, festivaltenten of luifels
Secrid Talent Podium - Haptics of Cooking
Boey (Bo) Wang maakt 100% inclusieve producten voor het uitvoeren van alledaagse taken
Secrid Talent Podium - Meaningful Matter
Lotte Douwes maakt nieuwe hoogwaardige serviezen en interieurproducten van keramiekafval.
Secrid Talent Podium — Omlab
Huub Looze en Margreet van Uffelen maken zij bijvoorbeeld taludtegels en vogelkasten, die na gebruik helpen de bodem en biodiversiteit te herstellen.
Secrid Talent Podium — Resty
Ontwerper Doreen Westphal en ondernemer Ruud Zanders maken van groenteafval van Nederlandse boeren puur én gezond eten. Onder de naam Resty verwerken zij afgekeurde paddenstoelensteeltjes en misvormde tomaten tot de lekkerste plantaardige burgers en worsten.